Ik hoor een hard geluid. Het is vijf uur in de ochtend. Wat is het? Mijn man werd er ook wakker van.
‘Is het een koe?’ vraag ik hem.
‘Ja’, zegt hij.
‘Ze klinkt bang. Wat zegt ze?’
‘Dat weet ik niet. We spreken geen koeientaal’. Hij slaapt nog even verder.
Misschien is de koe in het water gevallen. Slapen lukt mij niet meer. Ik ga naar beneden.
Met mijn pyjama aan stap ik in de kano. Het eiland van de koe is niet ver. Als ik er omheen vaar, loeit plots de koe heel hard. Dichtbij. Ik schrik! Maar ik ben blij. Want de koe ligt niet in het water.
Later bel ik de boer. Ik vraag waarom zijn koe zo hard brult.
De boer zegt: ‘Hij verandert in een stier.’
Eerst geloof ik hem niet.
Maar de boer vertelt dat het echt waar is. De koe is ziek. Waardoor zij man wordt. En geen melk meer geeft. Ook wil hij andere koeien dekken.
Ik hoop dat hij beter wordt. Want voor een koe die geen melk geeft is geen plek op de boerderij.
De natuur is ingewikkeld.